Help, mijn kind is technisch, en ik ook!

Je hebt een kind met interesse in techniek. Kan gebeuren. Zelf ben je ook geïnteresseerd in techniek. Dat klinkt als een perfecte situatie!

Maar:

  • Een kind doet héél veel om jou een plezier te doen of om jouw aandacht te krijgen. Een deel van de technische interesse van je kind komt dus daaruit voort, daar kun je van uit gaan. Kijk dus heel goed of je kind er uit zichzelf interesse in toont, of vooral voor jou. Als je kind er lekker mee aan de slag gaat als je er niet bent, en ook bezig is met techniek als je er geen complimentjes voor geeft, als het doen belangrijker is dan het resultaat: dan zit het wel goed. Maar is je kind alleen samen met jou met techniek bezig, gaat het hem alleen om het resultaat en het “hebben” en vraagt het steeds aan jou “mooi hè?” of “knap hè?”: krab jezelf dan eens heel goed achter de oren. Ja, je kind heeft misschien aanleg, maar de kans is groot dat haar werkelijke interesses ergens anders liggen. Dus techneut: geef je kind de kans om eigen interesses te ontwikkelen, technisch of juist helemaal niet!
  • Zoals jij maar al te goed weet: de ene technische discipline is de andere niet. Toont jouw kind technische interesse, dan kan het best zijn dat die interesse net op andere technische gebieden ligt dan de jouwe. Denk niet meteen dat je kind jou wel achterna zal gaan.

Ha, maar nu het goede nieuws:

  • Door jouw achtergrond ben je een super sparringpartner voor je kind. Je kunt het véél verder volgen dan zijn leerkrachten, zelfs als het andere technische richtingen dan de jouwe verkent. Gewoon omdat je niet bang bent voor wat rekenwerk, tabellen en formules.
  • Waar niet-technische ouders wanhopig het “experimenteerdozen”-schap van de speelgoedwinkel staan te bekijken, ben jij allang geslaagd bij de Conrad of de bouwmarkt. Jouw kind hoeft zich niet te behelpen met speelgoed als het klaar is voor het echte werk, omdat je het deskundig kunt begeleiden en omdat jij snapt dat een kartonnen doos met schakelingen minder interessant is dan een Arduino* of Raspberry Pi*.
  • Je kind leert onbewust al hoe technici denken: hoe je een probleem oplost, hoe je een ontwerp maakt (en bijstelt), hoe je plezier beleeft aan het zoeken naar een slimme manier om iets aan te pakken. Kinderen van vrienden zeiden, als ze met onze kinderen hadden gespeeld, altijd dingen als “Hoe zouden we dit kunnen oplossen?”. Dat was geen toeval.
  • Je spreekt techneut. Dus met jou haalt je kind veel meer uit een modelbouwbeurs, Maker Fair, Wetenschapsdag, Techniekmuseum of scheikundedemonstratie: jij legt uit wat er gebeurt bij die spectaculaire proefjes, tegen jou loopt de beheerder van die oude apparaten helemaal over van enthousiasme, en jij helpt je kind technici uit andere disciplines te vinden voor schoolprojecten en zo. Andere kinderen hebben ouders die weten hoe je je leuk aankleedt of hoe je viool speelt, jouw kind heeft jou. Mooi toch? (Tip: die leuk geklede en/of viool spelende kinderen zijn misschien ook technisch geïnteresseerd. Neem ze een keer mee, want voor hun ouders is dat echt niet hun wereld!)

*Stel dat je niet weet wat dat zijn: programmeerbare microchips waar je allerlei geinige dingen op kunt aansluiten, zoals lampjes, motortjes en sensoren.